1. PEPP-aanbieders bieden de in artikel 17 genoemde meeneembaarheidsdienst aan aan PEPP-spaarders die een PEPP-rekening bij hen aanhouden en om deze dienst verzoeken.
2. Bij het voorstellen van een PEPP verstrekt de PEPP-aanbieder of PEPP-distributeur potentiële PEPP-spaarders informatie over de meeneembaarheidsdienst en over welke subrekeningen onmiddellijk beschikbaar zijn.
3. Binnen drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening biedt elke PEPP-aanbieder, na een tot hem gericht verzoek, nationale subrekeningen aan voor ten minste twee lidstaten.